Polders
De polders rond Sint Anna ter Muiden zijn ontstaan door inpoldering van de schorren en slikken aan de opslibbende zuidkant van de Zwingeul. Op bijgaande kaart is het Zwin nog net te zien in de rechterbovenhoek.
Dit is de situatie in 1660, wanneer het aantal polders het grootst is. Later zijn sommige polders samengevoegd nadat een dijk was geplaneerd (afgegraven) omdat die bijvoorbeeld niet meer nodig was als bescherming tegen de zee. De grond van die afgegraven dijken werd dan ergens anders opnieuw gebruikt.
In 1660 zijn de volgende polders van Sint Anna ter Muiden bekend, namen die heel vaak terugkomen in allerlei akten van grondverkoop en boedelbeschrijvingen.
Van linksboven naar rechtsonder op de kaart:
- Brixuspolder
- Maneschijnpolder, die altijd het Maneschijn werd genoemd
- Gouverneurspolder
- Greveningepolder, waarin Sint Anne zelf ligt
- Brugsepolder
- Zoutepannepolder
- Potteriepolder
- Robbemoreelpolder, die vroeger bestond uit de polders Robbe en Moreel
Een aantal polders ligt gedeeltelijk buiten de rijksgrens, de kruisjeslijn met de scherpe hoek, die daar al sinds 1604 loopt. Daardoor liggen de Brixuspolder, de Watering van Greveninge, de Zoutepannepolder en de Robbemoreelpolder deels op Statenbodem en deels op eerst Spaanse bodem en later op Keijzersbodem.
- De kaart is afkomstig uit de 'Ontstaansgeschiedenis van de Zwinstreek, kaartenmap met verklarende teksten', Knokke-Heist 1981.