Greveningepolder: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | De Greveningepolder is de oudste polder van Sint Anna ter Muiden. Zie voor een beknopte ontstaansgeschiedenis [[Greveningsedijk]]. | + | De Greveningepolder is de oudste polder van Sint Anna ter Muiden. Zie voor een beknopte ontstaansgeschiedenis [[Greveningsedijk]] en voor de ligging [[Polders]]. |
<br/>De Greveningepolder omvat de [[percelen]] A 1 tot en met A 21 en A 85 tot en met A 104 uit de [[Kadastrale atlas 1832]]. | <br/>De Greveningepolder omvat de [[percelen]] A 1 tot en met A 21 en A 85 tot en met A 104 uit de [[Kadastrale atlas 1832]]. | ||
Versie van 27 okt 2013 18:38
De Greveningepolder is de oudste polder van Sint Anna ter Muiden. Zie voor een beknopte ontstaansgeschiedenis Greveningsedijk en voor de ligging Polders.
De Greveningepolder omvat de percelen A 1 tot en met A 21 en A 85 tot en met A 104 uit de Kadastrale atlas 1832.
Deze polder vormde samen met een aantal andere vroege polders de Wateringe van Greveninge en Cleijn Reijgersvliet. 'Watering' is de oude benaming voor 'waterschap'.
De Greveningepolder lag maar voor een klein deel op 'Nederlandse' grond, het overgrote deel strekte zich uit tot aan Hoeke en Westkapelle in het huidige België. De ommelopers van Greveninge zijn dan ook erg groot, maar van de inhoud heeft maar een klein deel betrekking op de stukken land die op deze site worden beschreven.
De Greveningepolder was grensoverschrijdend en veel landeigenaren in St. Anne hadden bezit aan beide kanten van de grens. Er worden dus regelmatig percelen beschreven in de akten bij de personen die niet op 'staatsgrond' maar op 'koningsgrond' liggen.
Van elke polder werden door landmeters zogenaamde ommelopers gemaakt, een nauwkeurig opgemeten overzicht van alle percelen in de polder. Landmeters baseerden zich altijd op oudere ommelopers.
De oudst bekende ommeloper van de Greveningepolder is die van de landmeters Claeijs Tant en Cornelis Verbaen van 1510. Deze is voor zover bekend niet bewaard gebleven. In 1573 kwam hierop een vervolg van Antheunis Schoonmakere, dat in 1577 werd voltooid door Floris van Marissen. Diezelfde Floris van Marissen maakte een nieuwe ommeloper in 1602. Daarna volgde de ommeloper uit 1652 van Joos Tortelboom en die van 1719 van Joan Lobbrecht.