A 126: verschil tussen versies

Uit Sint Anna ter Muiden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
Regel 1: Regel 1:
Dit perceel in de [[Maneschijnpolder]] ging in 1832 samen met [[A 124]] en [[A 125]] en was bouwland in bezit van Charles Legillon Goemaringe te Brugge.
+
Dit perceel in het eerste begin van de [[Maneschijnpolder]] ging in 1832 samen met [[A 124]] en [[A 125]] en was bouwland in bezit van Charles Legillon Goemaringe te Brugge.
  
 
Na een aanvraag in 1733 vindt er in 1738 een landruil plaats tussen de kerk van St. Anne en Abraham en Jannis van Hecke.
 
Na een aanvraag in 1733 vindt er in 1738 een landruil plaats tussen de kerk van St. Anne en Abraham en Jannis van Hecke.

Huidige versie van 28 jan 2014 om 21:15

Dit perceel in het eerste begin van de Maneschijnpolder ging in 1832 samen met A 124 en A 125 en was bouwland in bezit van Charles Legillon Goemaringe te Brugge.

Na een aanvraag in 1733 vindt er in 1738 een landruil plaats tussen de kerk van St. Anne en Abraham en Jannis van Hecke.


1 oktober 1738 comp Boudewijn Scheers, schepen en oudt burgemr, ende Jaques de Bruine oudt schepen alhier, als kerkmeesters van de kerke deser stede, met een request aan de magistraat van 1 april 1733... luidende als volgt:
dat de kerk competeert onder het gebruik van Abraham van Hecke en de weese Jannis van Hecke 2 gem lant in het 37e begin van de wateringe van Greveninge en in het 1e begin van den polder het Maeneschijn consisterende in twee splenders ieder van een gemet lants daervan het eerste is strekkende oost en west met de zuijtsijde aan de voorn van Heckens lant, en mede deselve van Heckens met 513 roeden aan de noortsijde, lopende een ader tussen dit en het navolgende een gemet, ten oosten de separerende het eerste en tweede begin van den selven polder het Maeneschijn, de gemelde ader hiertoe gemeten, ende met den westende aen den geplaneerden dijck van den Brixiuspolder,
ende den tweeden splender mede van een gemet lants strekt en abouteert met den oost en westenden als voren, met de noortsijde de gemelde van Heckens lant, ende mede de selve van Heckens met voorn 513 roeden aen de zuijtsijde. Dat meergemelde Abraham ende weese Jannis van Hecke deselve splenders van ijder een gemet lants omme de commoditeit en connexiteit van de kerke souden kopen ten prijse van 20 ponden vlms den hoop, en daer jegens aen en ten profijte van de kerk ten gelijken prijse verkopen,
eerst 188 roeden lant, gemeen en onverdeelt met het lant van de selve kerke in een partije van 3 gem 13 roeden aan het oostende van de selve in het 38e begin der voorschr wateringe van Greveningen, en in het tweede deel van den polder het Maeneschijn, sijnde de helft van voorschr 188 roeden van outs genaemt geweest de Insete. Streckende de voors partij lants oost en west met den westende in den halven ader tegen het 37e begin, ende met het oostende tegen den dijck tussen hetselve Maenschijn en het Brugse polderken, met de zuijtsijde jegens het lant der erfgenamen wt den burgemr Anthonis de Puyt, en met de noortsijde jegens het hiernavolgende parceel;
item aen de noortsijde van de voorschr 3 gemeten 13 roen lant nogh 1 gemet 112 roeden strekkende met de oost en westenden als vooren, met de zuijtsijde aen de voors 3 gem 13 roen, en met de noortsijde aen het verdere lant van de selve van Heckens...
in margine staat vermeld dat burgemr en schepenen deze koop en verkoop hebben geapprobeerd... ondertekend: Boudewijn Scheers 1738, Jacob de Bruijne, Abraham van Hecke, Johannis van Hecke, J. de Bruijne 1738, Romanus van den Ameele, J. vander Strate, J. de Nuet, Abraham Bastynck



A126x.jpg